Vlinders in de winter

In het najaar zoeken dieren een plek om veilig de winter door te komen. De meeste vlinders overwinteren als ei, rups of pop ergens buiten. Er zijn ook vlinders die een winterslaap houden. Die kun je nu zelfs in huis tegenkomen! Die eitjes, rupsen en poppen zitten op allerlei plekken, en ook in onze tuinen zijn ze volop aanwezig. In dor plantenmateriaal, in holle stengels en in bladeren en takken zijn ze weggekropen. Van groot belang is dan ook om niet teveel weg te halen uit je tuin. Dan zorg je goed voor de overwinteraars in je tuin!

Als vlinder overwinteren

Vier soorten dagvlinders en een aantal nachtvlinders houden een winterslaap. De citroenvlinder en de gehakkelde aurelia kruipen weg tussen takkenhopen en in groenblijvende struiken zoals coniferen en klimop. Daar hebben ze een veilige en beschutte plek en daar gaan ze in winterslaap. Ook voor deze vlinders is het dus goed om niet alles weg te halen uit je tuin, maar zoveel mogelijk te laten liggen als je er geen last van hebt.Overwinterende vlinders halen vocht uit hun lichaam, zetten de spijsvertering op een laag niveau en maken antivries aan, vergelijkbaar met wat wij in onze auto’s gebruiken. Daardoor zijn ze uitstekend in staat om twintig graden vorst te overleven. Kou is voor deze vlinders geen probleem, maar warmte wel.

Niet binnen, maar buiten!

Ook dagpauwoog en kleine vos gaan in winterslaap en overwinteren in bunkers, schuurtjes en in holle bomen, maar een aantal heeft een plekje gevonden binnenshuis, op zolders bijvoorbeeld. Ze zoeken die plekken nu en letten erop dat het er koel en donker is. Die plekken kunnen alleen nogal veranderen als de temperatuur omlaag gaat en wij de verwarming aanzetten. Dan kunnen juist die plekjes in de nok van het dak extra warm worden en dat is funest voor de vlinders. Ze ontwaken uit hun winterslaap, verbruiken daarvoor veel energie en sterven door uitputting. Kou is prima, warmte niet!

Vlinderkastje

Het beste dat je kunt doen is die vlinders die in huis zitten op te warm wordende plekken oppakken. Zet ze op een koele plek zoals een schuurtje, onverwarmde kamer of in een vlinderkastje. Uit zichzelf gaan vlinders daar niet snel in, maar ze zijn prima om vlinders die in huis zitten naartoe te verhuizen. Je kunt een vlinder het best bij de vleugels pakken tussen middelvinger en wijsvinger (het V-teken maken), want dan is er de minste kans dat de vleugels beschadigen. Zet de vlinder met de pootjes tegen een muur of wand op een koele plek en laat hem daar zitten. Vaak zul je zien dat ze zichzelf nog wat verplaatsen, maar als ze weer in winterslaap zijn, kunnen ze er maanden blijven hangen. Zo helpen we de vlinders door de winter!

Eitjes in de winter

Onder andere de familie van de dikkopjes overwintert als eitje. Het vrouwtje legt de eitjes in de stengels van grassen. Deze eitjes komen niet uit, maar blijven de hele winter tussen het gras zitten. Pas als het voorjaar wordt kruipen de rupsen naar buiten.

Rupsen in de winter

Als rups overwinteren ondeer andere het oranje zandoogje en het koevinkje. De rupsen zitten doodstil en kunnen goed tegen kou en vorst. Zodra het voorjaar begint worden ze weer actief en eten vrolijk verder, totdat ze gaan verpoppen.

Poppen in de winter

De koolwitjes bijvoorbeeld, overwinteren als pop. Poppen kunnen zich niet bewegen en zijn daarom goed verstopt. Ze hangen ergens tussen de planten, of liggen gewoon op de grond.

Overwinteren in het buitenland

Voor sommige vlinders is de winter in Nederland te koud. Als ze hier zouden blijven, zouden ze doodgaan. Deze vlinders komen in het voorjaar naar Nederland en planten zich hier voort. De vlinders van de volgende generatie vliegen in het najaar naar het zuiden (Zuid-Europa of Noord-Afrika), waar het in de winter warmer is dan in Nederland. De atalanta en de distelvlinder zijn voorbeelden van soorten die dit doen en worden daarom trekvlinders genoemd.

 

Bron: Vlinderstichting